3.1.06

VERSLAG VAN CUBA DOOR THIJS

Verslag ronde van Cuba:
Na veel geregel ontmoeten we elkaar zondag 5 februari eindelijk op vliegveld Dusseldorf. We stonden aan de vooravond van een lange reis met als doel een groot avontuur: de 31e ronde van Cuba, 14 etappes, 13 dagen, meer dan 1800 kilometer. Het gezelschap bestond uit de renners Frank Wierstra, Rob Meiland, Peter Woestenberg, Thijs Poelstra, Stefan Roosen en Karel Pattyn. Voor het materiaal hadden we Stefan de Vos meegenomen, Willy Wissink was er om de renners te verzorgen en ploegleider Fred Blankers moest het geheel in goede banen leiden en de tactiek uitstippelen.

s’Avonds laat kwamen we aan in Havana, allemaal erg moe en verlangend naar een bed. John van de organisatie stond ons op te wachten. Toen we vroegen naar ons hotel keek hij ons niet-begrijpend aan: hij had geen hotel geregeld, terwijl dat volgens ons toch wel afgesproken was. Hij deelde ons mee dat we maar beter op het vliegveld konden gaan slapen om vervolgens om 7 uur de volgende dag een binnenlandse vlucht naar Santiago de Cuba te pakken, vanwaar wij opgehaald zouden worden en naar Baracoa gebracht worden. Aldus geschiedde. Toen wij echter om half 9 aankwamen stond er niemand ons op te wachten. Cubaanse grundlichkeit zullen we maar zeggen. Na enkele uurtjes en enkele telefoontjes kwam er eindelijk een bus aan. Een vooroorlogse weliswaar, maar wij waren al lang blij dat we eindelijk verder konden.

Na 20 minuten moesten we stoppen om de motor te koelen bij een waterput, na 2 uurtjes stopten we om ons onduidelijke reden. Na veel gediscussieer begrepen we met ons beste Spaans dat de bus niet verder kon: hij zou het nooit halen over de bergen. Een lekker voorteken aangezien wij diezelfde bergen de dag erna op de fiets over mochten. Als wij het maar haalden dan. Aan de andere kant zou deze bus de Posbank waarschijnlijk ook niet overgekomen zijn.

Na 5 uur wachten kwam er eindelijk een andere bus. Een luxe nog wel. In de tussentijd hadden wij de fietsen in elkaar gezet en een beetje rond gefietst. s’Avonds 8 uur kwamen we eindelijk aan, geradbraakt, verlangend naar een goede maaltijd. Die kregen we dan ook. Ruime keus uit vlees, vis, fruit, rijst, spaghetti, pannenkoeken enz.

De dag erna moesten we vroeg op. Een etappe over 153 kilometer wachtte op ons. Na 10 kilometer begon er een zware klim tot ongeveer 600 meter. Bij de start probeerden we de concurrentie te peilen. De Europese ploegen kenden we wel: er was een sterke Sloveense ploeg, een Italiaanse, een Spaanse, een Duitse Club en de nationale selectie van Duitsland. De Zuid-Amerikaanse en Cubaanse ploegen was afwachten.

De eerste aanval kwam in ieder geval op onze naam. Frank Wierstra ging snel en werd even snel weer teruggehaald. Aanval nummer 2 en 3 kwamen ook op Franks naam. Zou hij wel weten dat er een klim aan komt? Bij het begin van de klim zetten de mannen van de Venezolaanse selectie zich op kop. Frank is snel terug gepakt en dat is ook het laatste wat we nog van hem zien die dag. Ik kijk een bocht omhoog en zie nog steeds 4 Venezolanen op kop rijden. Ik schat dat ze met zijn vieren ongeveer even veel wegen als ik alleen. Rasklimmertjes dus. De groep breekt en als aan de andere kant van de klim de stofwolken opgetrokken zijn vinden Karel en ik ons weer terug in het peloton. Rob, Frank en Stefan rijden op achterstand, alleen Peter is niet te traceren. Al snel blijkt hij drie minuten voor het peloton te rijden met nog twee anderen. Een leuk begin dus. De voorsprong wordt al snel uitgebouwd naar 6 minuten, maar de ontsnapping draagt helaas niet tot de finish.

Aan de finish wint Pedro Pablo Perez, reeds meervoudig winnaar van de ronde en levende legende in Cuba, de sprint. Hij pakt de gele trui en zal deze de rest van de ronde blijven dragen.

Cuba is een raar land en de ronde van Cuba is een rare koers. Cuba is zoals bekend erg communistisch. In de koers uitte zich dit in het feit dat er een Cubaan moest en zal winnen. De tactiek die daarbij gehanteerd werd was simpel: vanuit het vertrek met alle Cubanen een hoog tempo houden, zodat ontsnappen onmogelijk is. Gevolg: nagenoeg iedere dag een massasprint. Hierin pakte PPP genoeg bonificaties om bij de start van de tijdrit al een minuut voorsprong te hebben.

In de etappes die volgden op de eerste hebben we het meerder malen vergeefs geprobeerd: ontsnappen is onmogelijk en een massasprint onontkoombaar. Peter heeft in deze sprint een paar top-10 plaatsen behaald. De 8e etappe was er eentje waarin het op voorhand geen massasprint zou worden. Halverwege lag een klim zoals je ze in Europa weinig tegenkomt. Hij ging weer tot ongeveer 600 meter, maar deed dit in ongeveer 4 kilometer. Het was een hel, ik heb de hele tijd gedacht dat ik moest gaan lopen, maar iedereen kwam uiteindelijk fietsend boven. Je moest blijven staan, ging je zitten dan trok je je voorwiel van de grond en lag je. Er stonden veel Cubanen langs de weg die hun landgenoten omhoog duwden. Wij kregen ook wat korte duwtjes, hier stond wel tegenover dat onze duwers zich het recht voorhielden onze bidonnen te stelen. Al vrij snel reed ik dus nog 6 km per uur in de stekende hitte, zonder bidonnen, een berg van 20% omhoog. Dat heeft geen positief effect op de gemoedstoestand en/of de vakantievreugde. Ik was dan ook dolblij op de top te zijn en pa Meiland te zien die mij een behoorlijk stuk voorduwde.

Resultaat was wel dat ik, Stefan Roosen en Karel Pattyn ons in de laatste groep bevonden. Uit angst voor de tijdslimiet hebben we de gashendel toch maar even open gedraaid. Vooral aan Karel is dat op elk moment van de dag besteedt. 20 kilometer voor de finish haalden we een andere groep bij en uiteindelijk waren we ruim op tijd.

We bevonden ons in de stad waar de Cubaanse volksheld Che Guevara begraven lag. Overal zie je zijn gezicht in Cuba. We zijn even een kijkje gaan nemen bij zijn graf, waar ook een groot standbeeld van hem stond. s’Avonds zijn we even de stad ingelopen. Het was Valentijnsdag, voor de Cubanen reden om massaal de straat op te gaan. Het was gezellig druk in Santa Clara. Wij als toeristen kwamen echter geen enkele kroeg of discotheek binnen.

Na deze dag gehad te hebben begon het einde te naderen. Twee weken onafgebroken koersen zonder rustdag is toch wel erg lang. We hadden nog twee dagen om tegen op te zien: dag 11, met s’ochtends een tijdrit van 30 kilometer en s’middags een etappe van 120 en dag 12 een rit over 200 kilometer met een klim tot 550 meter.

De tijdrit viel heel erg mee. We hadden wind mee en konden dus enigszins rustig aan doen zonder ons druk te maken over de tijdslimiet. De schade werd s’middags echter ruimschoots ingehaald. Vanuit het vertrek werd er hard gereden, kwam het op de kant en was het afzien. Al vrij snel raakten we Stefan kwijt waardoor we nog met drie man in koers waren. Rob had al in de eerste week af moeten stappen vanwege een lekke band en Frank was na etappe 9, die hij ook als 9e beëindigd had ziek geworden. Al met al geen lekkere dag voor ons dus.

Echt lekker begon de 12e dag ook niet. We kregen een zware klim voor de kiezen. Peter, Karel en ik belandden bij elkaar in de groep, voor ons reed nog een groep van ongeveer 35 man. Al vrij snel na aanvang van de beklimming zag ik een bord waarop aangegeven stond dat het nog 1 kilometer was naar de top. Dat was een meevaller, helaas zien de Cubanen er schijnbaar humor in de bergprijs ergens halverwege een helling neer te leggen. Na de bergprijs begon de ellende pas. Af en toe ging het weer iets naar beneden om daarna weer steil omhoog te gaan. Vooral Peter had er de balen in. Hij liet dit dan ook duidelijk blijken door iedereen in de groep meermaals mee te delen dat het hem allemaal niet meer interesseerde, de hele ronde hem gestolen kon worden en dat hij na de klim zeker geen meter kopwerk meer zou doen.

Toen we eindelijk aan de afdaling begonnen kregen we de eerste groep al vrij snel in beeld. Onder aan de afdaling vonden we dan ook de aansluiting. Reden voor Peter om weer helemaal op te fleuren, zich niets aan te trekken van zijn eerdere beloftes en zelfs in de aanval te gaan. Hij kreeg de Duitser Michael Franzl met zich mee. PPP zette zijn resterende Cubaanse manschappen op kop en liet in eerste instantie begaan, Toen hij vervolgens twee keer achter elkaar lek reed was het gebeurd. Als PPP lek rijdt wordt er echt gewacht, er wordt geen 10 km per uur meer gereden. Voor de vluchters dus heel gunstig. Bij aankomst in Pinar del Rio legde Peter zijn medevluchter erop en won zodoende de 12e etappe na een vlucht van meer dan 60 kilometer, grote klasse.

De laatste dag nog een klein eindje naar Havana om daar te finishen op het indrukwekkende Plaza de la Revolucion. Eddy Merckxs was ook van de partij. De kannibaal was naar Cuba getrokken om fietsen te schenken aan de selectie. De rollen waren echter eens omgedraaid. De Cubanen verslonden hem, iedereen trok aan hem, wilde een handtekening of een foto. De keerzijde van de medaille.

Een rustig begin vandaag, wat uiteraard een hevig einde tot gevolg had. Het werd weer een sprintje, wederom gewonnen door de Slovenen, samen met de Italianen en PPP de grote slokoppen van deze ronde. s’Avonds hebben we Havana verkend, een hele mooie stad. The-day-after vlogen we s’nachts weer naar huis. We zaten ver van Havana, wel aan het strand, maar om daar de hele dag te gaan liggen trok ons ook niet erg. Er zat maar 1 ding op dus: een stukje fietsen. Bij vertrek zagen we de andere ploegen denken: rare jongens die Hollanders. Na 13 dagen niks anders gedaan te hebben toch maar weer een stukje fietsen. s’Middags hebben we ons nog een beetje vermaakt op het strand, waarna we met gemengde gevoelens weer huiswaarts keerde.

Labels: